Op een bankje in een parkje op Lesbos ontmoette de Duitse financieel consultant Tilmann de Syrische Ghanem. Op de vraag waar hij precies vandaan kwam wees hij naar de zee en verder. 'Tien dagen geleden woonde ik nog in Damascus.'
'Wat deed je in Damascus?' vroeg Tilmann. 'Oh,' zei Ghanem, 'I was a King!' Er volgde een korte stilte, zowel vanachter de camera's als van Tilmann. 'Een koning..?' herhaalde Tilmann voorzichtig. 'Ja,' zei Ghanem, 'een koning! Ik had mijn eigen timmer-werkplaats en mijn hele familie om me heen, mijn kleinkinderen, ik had alles!'
Helaas maakten de oorlogsjaren langzaam een einde aan zijn koningsleven. Er was geen werk meer, alles werd heel duur, en er werden huizen van de familie verwoest. In plaats van rustiger aan doen moest hij op zijn 65ste voor de eerste keer in zijn leven zijn geliefde Syrië verlaten.
Samen met zijn zoon en een paar kleinkinderen stapte hij op de rubberboot naar Griekenland, op weg naar een zoon die al in Duitsland woonde. Hij liet zijn vrouw en een deel van zijn kinderen en kleinkinderen achter.